Container Art
Anno van der HeideOp de tentoonstelling “Containerkunst” van Anno van der Heide hingen schilderijen, tekeningen en striptekeningen. In het midden van de ruimte stond de installatie “Containerkunst,” die bestond uit een grote afvalcontainer met daarin tekeningen en schilderijen.
Deze installatie is ontstaan als reactie op het treurige opslagbeleid van de toenmalige B.K.R. (Beeldende Kunstenaars Regeling).
In 1981 kochten zowel de gemeenten als het Rijk werk van beeldende kunstenaars. Gemeenten gaven de kunstwerken een plaats in openbare gebouwen, rijksgebouwen en in de kunstuitleen. Ook het Amsterdamse AMC (Academisch Medisch Centrum) in Amsterdam was bijvoorbeeld een vaste afnemer van de “BKR-kunst,” dat zij naderhand voor in hun vaste kunstcollectie aankochten.
Het aangekochte werk dat naar het Rijk ging, werd daarentegen grotendeels opgeslagen. Eerst in loodsen, later in containers, waarin vooral veel grafiek voorgoed verdween en beschimmelde. Kunstenaars, kunstliefhebbers en de internationale pers spraken hierover schande.
De regering greep de kritiek op hun slechte kunstbeheer aan om de
-verder goed functionerende- kunstenaarsregeling af te schaffen. Dit ook vanuit bezuinigingsoverwegingen: terwijl uit onderzoek is gebleken dat de Nederlandse regering de kosten van de BKR-regeling volledig heeft terugverdiend. In de volksmond deden de kunstenaars maar wat en kocht de BKR rotzooi aan.
De waarheid is dat de regering door middel van de BKR op zeer goedkope wijze in het bezit kwam van een kunstcollectie, die later deels museale waarde kreeg.
Veel kunstwerken stegen dusdanig in waarde, dat dit de aankoop van werk van minder bekende kunstenaars ruimschoots compenseerde. Om enkele kunstenaars te noemen die tijdelijk gebruik maakten van de BKR: Karel Appel, Lucassen Peter van der Klashorst, Eugene Brands, Jan Cremer, Jan Dibbets, Alphons Freymuth, Anton Heyboer, Jan Sierhuis, Pieter Holstein, Constant.
Hoewel mijn eigen schilderijen en tekeningen nooit in een container zijn opgeslagen, vond ik die manier van omgaan met de aangekochte kunstwerken uitermate respectloos. Uit protest leende ik daarom een gemeentelijke vuilcontainer, waarin ik een aantal van mijn tekeningen en schilderijen deponeerde. Vlak voor het politiebureau zaagde ik een container los en reed hem naar Warmoesstraat 139.
Het was winter en er lage en dik pak sneeuw. Ik had de container net achter een nauwelijks zichtbare schuifdeur laten verdwijnen, toen de politie binnenkwam. Ze waren de sporen gevolgd, die in de sneeuw overduidelijk zichtbaar waren en doorliepen tot in de expositieruimte. De agenten begrepen niet waarom de wielsporen daar plotseling ophielden. Maar ze hadden andere prioriteiten en tijdens de tentoonstelling lieten ze container ongemoeid.
Naast deze installatie was Containerkunst vooral een tentoonstelling van grote tekeningen, striptekeningen en kleurige abstracte schilderijen, deels gemaakt in gemengde techniek. Verder had ik de ontruiming van een kraakpand geschilderd: bezoekers konden hun hoofd door een gat steken en zich laten fotograferen, samen met de ME in actie.
Anno van der Heide