15 sep – 22 okt 2006

Tento #2

Maya Cohen, Elad Larom, Nir Nadler

De kleine ruimte waar

in Maya Cohen’s (1978, Tel-Aviv) film “Simon Says” (2005, kleur, 33 minuten) werd getoond vormde een oase op de Rietveld eindexamen tentoonstelling 2005: het zat er vol genietende en lachende mensen waarvan velen de drieëndertig minuten die de film duurt meer dan eens aan zich voorbij lieten trekken.

Van de snoepcollages van de introductie tot de filmrestjes tijdens de aftiteling zijn het vooral de generositeit en de humor die “Simon Says” in eerste instantie zo aantrekkelijk maken. Het is een oefening in stijlen, genres en formats, een persiflage op het kunstonderwijs, een ontwapenende poging om op een kunstacademie een echte film te maken. Echter, het absurde verhaal van de zelfstandige kin die soortgenoten zoekt maar uiteindelijk het gezicht en de persoon aan wie zij toebehoort vindt, is uiteindelijk de duurzaamste kwaliteit van het werk.

Ook “Coalitzia” (2005/06, zwart wit video, 60 minuten) is een eindexamenwerk van een VAV (Voorheen Audio Visueel) Rietveld-student. Elad Larom (1976, Ramatgan, Israël) maakte de film gedurende zijn laatste academie jaar met een ijzeren discipline: hij verdeelde het jaar in zes stukken en schreef, filmde, monteerde, vertoonde en evalueerde in elk stuk een episode van ongeveer tien minuten die hij tenslotte koud aan elkaar plakte. De film beschrijft enkele dagen uit het leven van een jonge, door de auteur zelf vertolkte, straatveger.  Zijn ontmoetingen met collega’s, vrienden, hoeren en criminelen op verschillende Amsterdamse locaties rijgen zich als een parelsnoer aan elkaar. Coalitzia werd in zwart-wit video gefilmd, in het Hebreeuws gesproken (Engelse ondertiteling) en de muziek is van de Amsterdamse Klezmer band.  

In “Via Dolorosa” (2005, video, kleur, 9 minuten) van Nir en Nadav Nadler (1977, Haifa, Israël) volgt een in een wit gewaad gehulde jongeman met lang haar en baard een groep Spaanse pelgrims op hun bedevaart over de kruisweg in Jeruzalem. Als de groepsleden hem in de gaten krijgen word hij als een soort stand-in opgenomen. Ze  vragen hem of hij het houten kruis wil dragen dat ze met zich meevoeren en ze filmen en fotograferen hem. Als hun tocht voltooid is word hij ontroerd en enthousiast bedankt. Het bijzondere van de film zit in de stemming van vriendelijke welwillendheid en toeval die - ondanks alle aanleidingen om ironisch of kritisch te worden - gedurende de hele film word volgehouden.