Big Logos Bang
Jacobus KloppenburgAls proloog voor het seizoen 2006/2007 presenteert W139 een solotentoonstelling van Jacobus Kloppenburg (Amsterdam 1930) onder de titel “BIG LOGOS BANG” De tentoonstelling bestaat uit een selectie van zijn pasteltekeningen, avocadorunen, en geometrische schetsen. Daarnaast zijn opnames van zijn in 1998 ontruimde atelier en een videosurvey van zijn schetsboeken te zien.
De drie bovenste verdiepingen van een pakhuis aan de lauriergracht vormden enige decennia Kloppenburgs “artchive for the future”. Op een oppervlakte van in totaal zo’n 600 vierkante meter verzamelde hij een doorsnede van de materiele cultuur van de 20e eeuw. Zoals de achterkant van een krantenknipsel na 25 jaar bijna altijd belangrijker is geworden dan de voorkant, zo beschouwd Kloppenburg de spullen die hij op dinsdagnachten bij het grofvuil aan de straatkant vindt als de sprekendste voorbeelden van hoe onze tijd eruit heeft gezien. Juist de dingen die niet meer meegaan tonen het ware beeld van de stad: rollen behang en rollen stof, platen triplex en platen hardboard, huisraad en keukengerei zijn achteraf de meest intieme zintuiglijke neerslag van een recente geschiedenis. Het artchive is te zien aan de hand van geprojecteerde foto’s in de tentoonstelling.
De pasteltekeningen stammen voornamelijk uit het 7e decennium van de vorige eeuw. Kloppenburg werd in het reclamebedrijf van zijn vader opgeleid, toen hij autonome tekeningen wilde gaan maken merkte hij dat zijn handschrift bestond uit een samenstelling van trucs en handigheidjes. Om aan deze conditionering te ontsnappen ging hij laat in de nacht werken. Aan de kust van de slaap kregen zijn tekeningen de vrijheid die hij zocht.
De avocadorunen ontstaan door een avocado met een scherp mesje in te snijden en de schil vervolgens af te pellen en tussen twee vellen keukenpapier te persen. De runen vormen een lange reeks van mogelijke uitklappingen van een ruimtelijke vorm tot een plat vlak. Iedereen die wel eens een overhemd heeft gemaakt weet hoe je voorstellingsvermogen op de proef word gesteld als je een mouwgat of een boord moet knippen. Dit gebied waar lijnen, vlakken en ruimte in elkaar spelen is een oefenzone voor het voorstellend denken. Dat Kloppenburg het in dit geval over runen heeft wijst erop dat hij die zone ook ziet als een fase tussen beeld en taal.
Naast de kleurige zinnelijkheid van de pasteltekeningen vormen Kloppenburgs A4 potloodtekeningen nog weer een eigen gebied. Hier speelt naast handschrift, schoonschrift en tekst, ook geometrie een belangrijke rol. Het verband tussen pentagondodekaeder, gulden snede en kubus, word tot in drie tot vier decimalen uitgerekend en onderzocht. De behoefte om te begrijpen blijkt in deze tekeningen net zo sterk als de drang om te ervaren.
Een van de wezenlijkste problemen van de kunst is het beginnen. Altijd moet er een stap gezet worden van het vasteland van het voorstellen en denken in de stromende zee van het handelen. Een zeker ontzag voor deze grens is een van de kenmerken van een kunstenaar. Waar de meeste beroepen het toelaten om de in de noodzakelijkheid van de handeling in te slapen, moet de kunstenaar min of meer wakker blijven in een gebied zonder houvast. W139 is een plaats waar deze centrale capaciteit van de kunst gekoesterd word. Jacobus Kloppenburg vertegenwoordigd dit beginnervermogen op een voorbeeldstellende wijze.