12 apr – 11 mei 1997

Groot-Amsterdamse beurt I.B.W./ Hole in One

IBW, Erik Wesselo

Het I.B.W bestaat uit een vaste kern met daaromheen een steeds wisselende groep mensen die ingezet worden bij projecten.

Erik Wesselo is autodidact. Zijn ervaring bij het Instituut voor Betaalbare Waanzin (I.B.W.) is van grote invloed geweest op zijn ontwikkeling als kunstenaar.

De grote inspirator achter het I.B.W is Dick Verdult. Hij creëert de context en de samenhang binnen de talloze projecten die het I.B.W in een hoog tempo afwerkt en hij brengt ongekend talent van mensen naar voren. Door de pretentieloosheid en ongecompliceerdheid van de projecten worden schaamte of faalangst op het podium overwonnen.

De genialiteit van het I.B.W. zit in de veelvormigheid, en in de ongeremde vrijheid die het zich veroorlooft en waarmee het ieder medium dat op zijn pad komt te lijf gaat. Er zijn I.B.W.-films, -video's en boeken, en het Instituut maakt c.d.'s, cd-roms, radioprogramma's en heeft een Website.

De optredens zijn altijd weer verassend, een spektakel voor alle zintuigen waarbij de verschillende onderdelen aan elkaar gepraat worden door de geweldige entertainer die Dick Verdult is. Hier wordt het dadaïstische gedachtengoed voortgezet.

Het I.B.W. is niet op zoek naar de betekenis van wat het doet. Het creëert iets uit niets, is meester van het op de voorgrond laten treden van het bijzondere uit het alledaagse, en maakt ruimte voor betekenisloosheid. Voor het I.B.W. zit in alles een idee dat waard is onthuld te worden. Het I.B.W. is een geestelijke staat van zijn, en vraagt de toeschouwer zich te openen..

Zo is het ook voor Wesselo begonnen. In Zürich besteeg Wesselo tijdens 'A Night at the Show' (november 1995) het podium om op hartverscheurende wijze enkele imitaties van popsongs ten beste te geven. Wesselo liet zich volledig gaan. Hierdoor werd juist duidelijk dat de originele versie van de popsong berekend en uitgekiend is, en dat er weinig 'echts' aan is. Door de kwetsbaarheid die Wesselo uitstraalde, wist hij betrokkenheid bij de kijker op te wekken.

Maar door zijn overdrijving - wat een komisch effect teweeg bracht - creëerde hij tegelijkertijd afstand. Wesselo zet zijn ervaringen met het I.B.W. op een andere manier voort in zijn films.

Deze films zijn erg simpel van opzet. Wesselo zet zichzelf in een situatie waar hij niet langer heer en meester over is. Houdt hij de touwtjes nog in eigen handen bij zijn optredens, hier levert hij zichzelf over aan andere elementen, een spel waarvan hij niet langer de regisseur is. Met zijn films creëert Wesselo voor de kijkers een vergelijkbare situatie. Ze worden groot geprojecteerd en de kijker wordt op het ritme en de beweging van de beelden meegevoerd en verleid om de spirituele intenties van dit werk te ervaren. Al zal die niet zo subliem zijn als die van Wesselo zelf.