31 Aug – 29 Sep 1996

No Content No Show

Olivier Barrea, Koen Delaere, Paul Dickerson, Marieke van Diemen, Lisa Duclaux, Marie Laure Cazin, Joep van Liefland, Erik Odijk, Batia Suter, Diemen Tellingen, Maurice van Tellingen
(This text is only available in Dutch)

Als je de kunsttijdschriften en de tentoonstellingscatalogi van hedendaagse kunst er op naleest lijkt iedereen druk doende op zoek naar antwoorden op wat de hedendaagse kunstproductie nu eigenlijk inhoudt.

Previous 1 /  Next
(This text is only available in Dutch)

Door het voortdurende proces van referentie en het benoemen van kunstwerken is er een soort babylonische spraakverwarring ontstaan die typisch is voor de situatie waarin de hedendaagse kunst zich bevindt. De titel is een vorm van kritiek op de mechanismen die aan dit proces ten grondslag liggen. Het zijn mechanismen die voorbij gaan aan de persoonlijke ervaring van het kunstwerk en de tijd die het werk nodig heeft om zich te manifesteren binnen de culturele context.

Tegelijkertijd wil de titel ook ruimte scheppen voor de acht verschillende perspectieven van waaruit het werk gemaakt wordt en de verschillende posities die de kunstenaars van de tentoonstelling met hun werk innemen. Het gaat om het zichtbaar maken van zowel de verschillen als de overeenkomsten tussen de werken zonder ze meteen onder één noemer te brengen of tot één thema terug te voeren.

Marie-Laure Cazin refereert met haar video The Apple aan de schilderkunst, niet alleen in de vorm maar ook inhoudelijk. Koen Delaere bouwt een grote schutting op uit vele verschillende fragmenten zoals beschilderde planken, doeken etc.

Erik Odijk maakt eeen houtskool-tekening 'in-situ' op een met krantenpapier behangen wand in de achterzaal met een formaat van 7 x 8 meter. De tekening is een beeld van de universele boom. De tekening tekent zichzelf en gaat daarom ook over de wand als drager.

Bij Paul Dickerson gaat het om het waarnemen en (de keuze van) materialen. Voor hem is waarnemen een visuele taal die begint in de verbeelding, omgezet wordt in ideeën en z'n uitdrukking krijgt in materialen.

Batia Suter's werk neemt de achterste wand van de achterzaal in. Verschillende roodtinten velours gordijnen zijn aan elkaar gemaakt met daarop een 'corrida' (stierenfeest), echter zonder de gebruikelijke voorstelling.

Het werk van Joep van Liefland is een versmelting van beelden; een off-shore boortorenplatvorm, zwerven in Hoog Catherijne,een nieuwbouwwoning met dikke muren, draaiend rond het eigen ego.

In de voorzaal zijn verschillende fotowerken van Lise Duclaux en Olivier Barrea te zien waarop momenten van persoonlijke verzorging publiekelijk getoond worden.

Marieke van Diemen en Maurice van Tellingen vatten hun werk als volgt samen: de werkelijkheid hangt toch steeds in de oogkasten van de waarnemer. Een psychomorfe waarheid als een koe.