1 – 30 Mar 1997

Picture Gravity/ White Zombie/ De Kolossale man

Paul Devens, Bob Gramsma, Jan Merx, Femke Schaap, Koen Timmermans
Previous 1 /  Next
(This text is only available in Dutch)

Achterzaal- In het werk van Paul Devens staat centraal hoe een zelfstandig functionerende machinegemaakt zou moeten worden. Er vindt een onophoudelijk muterend patroon plaats, aangedreven binnen een industrieel vormgegeven object. Eigenlijk een vreemd contrast zo'n apparaat waarvan de werking een element van toeval bevat. Paul Devens spreekt zelf van 'stabiele chaos'.

Voor Paul Devens was de tentoonstelling aanleiding om een werk te ontwikkelen dat, volgens het principe van de stabiele chaos, tijdens de duur van de tentoonstelling kleine projectielen afvuurt op de lange wand van de achterzaal. Er treedt een spanning op in het werk. Tijdens de destructieve arbeid van het apparaat ontstaat een nieuw beeld op de wand.

Uit de verschillen en overeenkomsten tussen de werken van Paul Devens en Jan Merx is het idee tot stand gekomen om de werken gedeeltelijk te laten overlappen. De positionering van Merx z'n werk zal nauwkeurig afgestemd worden in relatie tot de ruimte en het werk van Paul Devens.

De centrale gedachte hierbij is: materiaal als omgeving. en omgeving als materiaal. Als een kameleon past het zich naadloos aan zijn omgeving aan. Wanneer je het eenmaal waargenomen hebt als een zelfstandig object dringt het zich ook als zodanig aan je op. De discrepantie tussen het positief en het negatief van hetzelfde beeld, dat door de kijker zelf niet opgeheven kan worden, mag een vorm van irritatie teweeg brengen. Hierin schuilt het speelse karakter van Merx z'n werk.

De derde deelnemer van PICTURE GRAVITY, Bob Gramsma, gaat meer uit van het beeldend vermogen van het werk zelf. Het werk ontstaat op het moment dat zowel de ervaring van de plek als de ervaring van het werk samenvallen. Er wordt van het begin af aan een sterk beroep gedaan op de toeschouwer.

Gramsma's werk gaat vaak om subtiele vormen van deplacering en verschuiving, waarbij hij gebruik maakt van een poëtisch, zinnelijk en soms ironisch vocabulair.

Voorzaal- White Zombie. Van Koen Timmermans zijn in de voorzaal van W139 drie presentaties van videowerk te zien. Zijn werk heeft te maken met het idee van de trangressie van het lichaam. De manier waarop Timmermans dit thema uitwerkt is ongewoon. Hij doet dit vanuit een ander perspectief dan de door ons normaal geachte beleving van de realiteit. Op deze manier lukt het Timmermans om bij ons twijfel te zaaien over dit beladen thema. Moeten wij dit serieus nemen of wordt daarmee onze eigen beleving geridiculiseerd?

Voorzaal- The amazing colossal man is een Amerikaanse B-film, gemaakt in de jaren '50. In deze film ontploft een kernbom. De held van het verhaal redt iemand van een wisse dood, maar wordt daardoor blootgesteld aan de radioactieve straling. Dientengevolge begint de man enorm te groeien. Wanneer de man 30 meter groot is geworden roept hij wanhopig uit: "I don't want to grow anymore, I just don't want to grow anymore!!!! "

Femke Schaap wil de gedachte van het zich zo blind op laten gaan in één ding of daad presenteren. Dit opgaan in de eigen beleving verandert het perspectief op de hele realiteit. Het is het perspectief van een kind dat zich zo concentreert op dat ene spelletje dat het lijkt alsof de rest van de wereld in dienst hiervan staat, slechts decor is. Dit is wat Femke Schaap verstaat onder het begrip van 'de kolossale man'.

De filmprojecties van Femke Schaap verbeelden een dergelijk perpectief. Een handeling, een obsessieve bezigheid wordt getoond waarbij alle onbelangrijke delen van het beeld worden weggelaten. Het beeld is echter niet dwingend en fixeert de toeschouwer niet. Integendeel.

Doordat de projecties zich op verschillende plekken in de ruimte afspelen moet de toeschouwer zelf de richting bepalen. Het oorspronkelijk platte filmbeeld wordt in onderdelen ontleed en op verschillende elementen geprojecteerd. (bijv. op gedeelten van een muur of op uitgezaagde piepschuimen vormen) Schaap wil dat de kijker de positie van de camera opnieuw ervaart. Hiermee wordt het effect bereikt dat de gebeurtenis bij de bezoeker zelf lijkt af te spelen. Op deze wijze tracht Femke Schaap vorm en gebeurtenis samen te laten vallen.