23 May – 14 Jun 1998

Church of the poisoned mind/ où est Urlicht home

Bas van den Hurk, Maria Pask, Wouter Verhoeven
(This text is only available in Dutch)

Achterzaal- Church of the poisoned mind geeft een indruk van een kerk die in verval is; rijen stoelen bedekt met sloopmateriaal symboliseren de vergane glorie van weleer.

Previous 1 /  Next
(This text is only available in Dutch)

Een docent van de Ateliers raadde haar eens aan om `iets met haar tweelingzusje te doen'. Hoewel ze het in eerste instantie maar een pervers idee vond, zette zijn advies Maria Pask toch aan het denken. Haar werk beschouwende als een afspiegeling van haar leven, een personal narrative, was het eigenlijk opmerkelijk dat haar zusje daar nog geen rol in had gespeeld. Voor W139 besloot Pask dan ook om een werk met haar te maken. Het werd een video, waarin de beide zusjes slechts in bontjassen zijn gekleed en knipogend naar de camera de trap aflopen. Een pornofilm, zoals aanvankelijk de bedoeling was, werd het niet; daar moesten toch teveel taboes voor worden doorbroken. Waar het werk wel over gaat, is de schaamte die ze moest overwinnen.

Pask komt uit een streng religieus gezin, waarin schaamte voor het lichaam een overbekend thema is. Dit heeft haar geen trauma's, maar juist materiaal voor haar werk opgeleverd. Schaamte brengt ze in verband met creativiteit, met niet doen wat er van je wordt verwacht. Hoewel het, artistiek gezien, een negatieve bijsmaak heeft, beschouwt ze haar werk als een therapie. Het is deels autobiografisch, deels gebaseerd op verhalen, wat een vreemde spanning veroorzaakt. De vraag: `wat is feit en wat is fictie?' dringt zich voortdurend op. Pask vertelt graag verhalen; in gesprekken over haar werk vervalt ze liever in anekdotiek dan in zware toelichtingen. Ze houdt van traditionele, allegorische vormen van kunst, zoals storytelling. De bizarre verhalen in het boekje Bavarian Fuck, dat ze voor een presentatie in het Stedelijk Bureau Amsterdam tijdens het World Wide Video Festival van het afgelopen jaar maakte, zijn hiervan een voorbeeld.

Church of the poisoned mind geeft een indruk van een kerk die in verval is; rijen stoelen bedekt met sloopmateriaal symboliseren de vergane glorie van weleer. Aan de muren hangen foto's die verwant zijn aan de video; twee identieke naakte blonde meisjes kijken bedeesd in de camera. In deze atmosfeer zal Pask een verhaal voordragen, bijgestaan door haar zusje, over een nare ervaring met een psychopaat die ze in februari van dit jaar in de Verenigde Staten beleefde. Pask heeft een merkwaardige voorliefde voor nare ervaringen in het leven, ze houdt ervan om ze te herhalen totdat it hurts like laughter into tears.

Voorzaal- De tentoonstelling Où est Urlicht home van Wouter Verhoeven en Bas van den Hurk bestaat uit drie videowerken die onafhankelijk van elkaar zijn gemaakt. De titel, een samenraapsel van woorden uit drie verschillende talen die op het eerste gezicht geen enkel verband hebben, is gebaseerd op fragmenten uit de titels van de afzonderlijke werken die in W139 worden getoond.

Dit zijn opnamen van verschillende, (stede)landschappelijke situaties, waarin steeds eenzelfde figuur verschijnt. De figuur (Wouter Verhoeven zelf) is een indiaan, een natuurmens of zo je wilt: een `oermens'. Hij is gehuld in een uniform van allerhande voorwerpen die op straat zijn gevonden.

De video's zijn opeenvolgend gemaakt, en kunnen daarom ook als een reeks worden gelezen. Het eerste werk (Urlicht) toont de indiaan in een parkachtige omgeving, waar hij tussen de rododendrons scharrelt, in een vijver zwemt en poedelt en blijmoedig op het kleine strandje danst. In Où est Gauguin zien we de indiaan vanaf het water een havengebied tegemoet kanoën. Eenmaal aan land kijkt hij om zich heen, gaat op de grond liggen om uit te rusten, staart in lotus-houding wat voor zich uit en loopt uiteindelijk het beeld uit. In Funeral Home, een scène die voor het pand van een begravenisonderneming in Londen is opgenomen, staat de indiaan voor de derde maal in een hem onbekend `landschap'. Gekleed in een pak hangt hij met gesloten ogen wat rond voor de etalageruit; af en toe weent hij.

De indiaan wordt er niet vrolijker op. Hoe meer hij zich aanpast aan zijn omgeving - door zijn kleding en gedrag af te stemmen op de mensen om hem heen - des te ongelukkiger hij eruit ziet. Hij lijkt een soort gemoedstoestand weer te geven die in relatie tot het stedelijk landschap ontstaat.

Où est Urlicht home is ook op te vatten als een vraag: waar is `Urlicht' thuis? Urlicht, een titel die is afgeleid van een stuk uit de tweede symfonie van Mahler, vindt een verpersoonlijking in de indiaan. Hij vertegenwoordigt het zoeken naar een plek waar men zich thuisvoelt; een zoektocht die misschien zijn doel vindt in de ruimte op de Warmoesstraat.