7 Nov – 6 Dec 1998

Multiplicity

Yvonne Fontijne, Hendrik Jan Hunneman, Joep van Liefland, David Lindberg, Cynthia Phillips, Jason Rogenes, Peter Rogiers, Keiko Sato, Evren Tekinoktay, Shirley Tse
(This text is only available in Dutch)

De tentoonstelling Multiplicity brengt werk samen van Europese en Amerikaanse kunstenaars. Kerngedachte is dat de werken in deze tentoonstelling geen directe referentie hebben naar de werkelijkheid maar ontstaan vanuit het `creatieve proces'.

Previous 1 /  Next
(This text is only available in Dutch)

De bezigheid of handeling van het kunst maken zelf staat voorop en brengt werken voort die geen definitieve vorm hebben, zich begeven op het grensvlak van definieerbaarheid en uiting geven aan privé-fantasieën en verlangens. De kunstenaars hanteren allen een poëtische beeldtaal die onwereldse landschappen en sculpturen beschrijft.

Het ontwerp van Hendrik-Jan Hunneman voor de achterzaal van W139 zet hiertoe de toon. De `architectonische sculpturen' die hij maakt, zijn een dominante ingreep in de ruimte. De ruimte fungeert zelf als kunstwerk, haar transformatie vormt de context voor de overige kunstwerken. Het onwereldse, virtuele landschap dat in relatie met de andere werken ontstaat, komt tot stand zonder gebruik van computer of high-tech apparatuur maar met eenvoudige materialen als isolatieboard en handgemaakte maquettes.

Jason Rogenes maakt installaties die zijn samengesteld uit piepschuim en plastics, die lijken op ingenieuze communicatie systemen zoals bekend uit science fiction-films. Ze kunnen worden aangesloten op het lichtnet maar zijn vooral functioneel in de visualisatie van een fantasie of idee.

Vaak wordt door de kunstenaars gebruik gemaakt van verschillende karakteristieken en eigenschappen van de materialen zelf en worden sculpturale contrasten verwerkt. De werken zijn open van karakter, kennen geen grenzen en zijn in een voortdurende staat van wording. Space materials' als glasvezel, carbonfiber en epoxyhars, die vaak worden gebruikt in de vliegtuigbouw, auto- of sportindustrie, worden bijvoorbeeld door David Lindberg gebruikt in ongewone, gewichtloze' sculpturen die spelen met de zwaartekracht.

De instabiliteit of `vloeibaarheid' van de ruimte wordt onderzocht. Soms zijn de sculpturen modellen die verwijzen naar fantasie-interieurs, dan weer lijken ze op insekten of coconnen van insekten waarin een fantasiewereld is gevangen. Vaak ook lijken ze nergens anders op dan op zichzelf. Dat is ook het leitmotif van de werken in deze tentoonstelling: ze vertegenwoordigen in principe niets anders dan zichzelf.