25 Mar – 25 Jun 2009

W139 reading #5

Previous 1 /  Next
(This text is only available in Dutch)

Halfjaarlijks programma bestaande uit 4 leesgroepen rondom verschillende culturele en actuele thema's. In Reading 5 aandacht voor Rancière, Herman Melville, Hegel, Susan Sontag en Karl Marx.

Rancière Het esthetische denken

Door Arthur d’ Ansembourg

Bestaat er zoiets als "esthetisch denken", en zo ja: wat is het eigen karakter van dit denken? Jacques Rancière onderzoekt het esthetische denken en verzet zich tegen anti-esthetische discours van het post-moderne denken. Het post-moderne discours over kunst wordt volgens hem gekenmerkt door een grote verwarring rondom de betekenis van het woord "esthetica". Het is daarom hoog tijd om de betekenis van dit woord opnieuw te overdenken. Hoewel hij in zijn overdenking dwars door alle gevestigde onderscheidingen tussen uiteenlopende disciplines snijdt, valt het op dat de esthetica een domein is waar een deling van het zintuiglijk waarneembare plaats vindt. Die deling is bepalend voor de mate waarin bepaalde personen of groepen zichtbaar zijn in de samenleving.

Het esthetische denken is een bundeling van twee teksten: Het delen van het zintuiglijk waarneembare – esthetiek en politiek en het esthetisch onbewuste. In beide teksten gaat Rancière in op de politieke betekenis van het esthetische denken. In deze leesgroep willen we zicht krijgen op het dubbelzinnige karakter van dit "esthetische denken" en nagaan wat het belang is van de aandacht voor het alledaagse in het denken over kunst. Om onze blik te scherpen zullen we daarbij tevens aandacht schenken aan Rancière's relatie met Lyotard.

Het boek dat zal worden gebruikt:

Jacques Rancière, Het esthetische denken, Valiz, Amsterdam, 2007. € 12,50

ISBN 978-90-78088-14-1

Overige teksten (kopie is verkrijgbaar):

  • Lyotard, Het onmenselijke, Kok Agora, Kampen, 1992
  • Rancière, The Future of the Image, Verso, London, 2009

Arthur d' Ansembourg (1960) studeerde filosofie te Amsterdam en was enkele jaren werkzaam aan de Universiteit van Tilburg. Sinds 2002 is hij als filosoof werkzaam in het volwassenen onderwijs en het HBO. Daarbij gaat zijn aandacht met name uit naar de relatie tussen filosofie en kunst. Tevens begeleidt hij socratische gesprekken en geeft hij dilemmatrainingen.

Herman Melville Moby Dick

Door Mirthe van Lieshout

Moby Dick is het belangrijkste werk van Herman Melville (1819-1891), het is het werk waardoor Melville afscheid nam van zijn reputatie als populair schrijver en het werk waardoor hij nooit vergeten zal worden. Wat maakt dit werk zo bijzonder? Met name de originaliteit: aan het begin lijkt het een bildungsroman maar later blijkt het boek complexer, eigenlijk is het bij geen enkel genre in te delen. Het lijkt op het eerste gezicht ook een avonturenroman: het verhaal van kapitein Ahab die op zoek is naar de witte walvis, Moby Dick, die bij een vorig treffen zijn been had afgebeten. Maar als je goed leest zie je dat de roman vol zit met bespiegelingen over geloof, poltiek, racisme, hiërarchie, idealen, wraak en obsessie. In de eerste drie bijeenkomsten met de leesgroep gaan we de roman grondig lezen; we gaan proberen de opvattingen van Melville en zijn hoofdpersonen Ishmael en kapitein Ahab op een rijtje te zetten.

Tijdens de vierde bijeenkomst zullen we onze eigen bevindingen vergelijken met secundaire literatuur. Aan de hand van een selectie artikelen over Moby Dick zullen we onze opvattingen toetsen. Misschien komen we terug op wat we zeiden? Of zullen we het oneens zijn met de literatuurwetenschappers?

De vijfde en de zesde bijeenkomst staan in het teken van invloed. Voor de vijfde bijeenkomst gaat iedereen op zoek naar één kunstwerk (in brede zin) waarin de invloed van Moby Dick te zien is. Voor de zesde bijeenkomst lezen we een gedeelte van de bijbelboeken Jona en Job om aan te kunnen wijzen waar die Moby Dick hebben beïnvloed. Als de deelnemers Shakespeare, Dantes De goddelijke komedie of Sofokles' Oidipous hebben gelezen zullen we hun invloed ook bespreken.

Het boek mag in het Engels of in het Nederlands gelezen worden. De beste Nederlandse vertaling is de nieuwste, vertaald door Barber van de Pol, uitgegeven door Athenaeum – Polak & Van Gennep. Gebonden € 39,95 ISBN 978 90 253 6351 2 of paperback € 15,- ISBN 978 90 253 6408 3.

Mirthe van Lieshout (1983) studeerde Nederlandse taal en cultuur aan de universiteit van Amsterdam. Ze is afgestudeerd met een onderzoek naar de opvattingen van Willem Frederik Hermans en Ludwig Wittgenstein. Momenteel is zij werkzaam als trafficcoördinator bij uitgeverij Athenaeum – Polak & Van Gennep.

Hegel: Vorlesungen über die Ästhetik (De dood van de kunst) - Tiers Bakker:

De ‘doodsoorzaak’ van de kunst is in de “Phänomenologie des Geistes” en de Vorlesungen eenvoudig aan te wijzen: het moderne subject, bewust van zijn oneindige vrijheid, betreedt het theater van de geschiedenis. Dit subject leert zichzelf, in tegenstelling met de ‘schone individualiteit’ van de Grieken, niet primair kennen in een uiterlijke voorstelling van zichzelf, maar projecteert zich, vanuit de innerlijke zekerheid van zichzelf, in allerlei voorstellingen, die tegenover die zekerheid in wezen ‘onwezenlijk en voorbijgaand’ blijven. Tussen idee en verschijning opent zich een gat die niet meer door een verschijning, maar daarentegen enkel door de langzame opheffing van elke verschijning in het ‘pure denken’ van het zelfbewuste subject kan worden gedicht.

Wanneer men evenwel dichter inzoomt op Hegels Vorlesungen, dan merkt men dat dit sterven voor de kunst een zeer lastige, ja zelfs onmogelijke karwei is. Zo is het boeiend om te zien hoe de kunst in het proces van haar neergang nog verschillende hoogtepunten meemaakt.

Tiers Bakker studeerde filosofie aan de UvA en is werkzaam bij de Groene Amsterdammer. Als art director van het Tarabukininstituut houdt hij zich bezig met stralingskunst. Van zijn hand is onlangs het boek Liberticide verschenen bij Uitgeverij IJzer. Verder combineert hij het hoofdredacteurschap van HTV de IJSBERG met het doceren over Russische avant garde aan verschillende kunstinstellingen.

Susan Sontag Regarding the pain of others

Door Christel Vesters:

Te midden van de hedendaagse discussies over de verhouding tussen het fotografische beeld en de wereldwijde conflicten en oorlogen - vaak geclassificeerd als een ‘war of images’ - en de golf aan recente tentoonstellingen en manifestaties waarin dit onderwerp vanuit de beeldende kunst wordt benadert, is het de moeite waard om terug te grijpen op een tekst geschreven door een toonaangevende denker op het gebied van de fotografie: Susan Sontag. In haar essay Regarding the Pain of Others uit 2003 geeft zij een heldere en persoonlijk geëngageerde uiteenzetting over de relatie tussen fotografie en oorlog, haar geschiedenis en vooral de impact van deze beelden op ons, de kijker.

Na een korte introductie op het leven en denken van Susan Sontag, en haar theorie omtrent fotografie, zullen we gezamenlijk haar essay ‘Regarding the Pain of Others’ lezen, alsmede het meer recente vervolg hierop, getiteld ‘Regarding the Torture of Others’. Sontag schreef dit latere polemische essay in 2004 in reactie op het verschijnen van de schokkende foto’s uit de Abu Ghraib gevangenis. In de laatste sessie zullen we een hedendaagse tekst lezen van de hand van een andere schrijver waarin eveneens een analyse van het (fotografische) beeld gegeven wordt, en deze vergelijken met Sontags betoog. Ondanks dat het hier om een leesgroep gaat, zal er bij wijze van practicum ook beeldmateriaal ingebracht worden.

Leeslijst:

Susan Sontag Regarding the Pain of Others, Penquin Books 2004

Susan Sontag Regarding the Torture of Others, in: At the Same Time, collected essays, Penquin Books, 2008

Christel Vesters (1972, Wezep) studeerde kunstgeschiedenis en curating in Amsterdam, New York en in Londen. Ze is werkzaam als kunstcritica en onafhankelijk curator en publiceert regelmatig in verschillende internationaal georienteerde kunstbladen. Recentelijk was zij co-editor van de succesvolle lezingenreeks en publicatie Now is the Time: Art & Theory in the 21st Century.

Marx Das Kapital

Door Ursula Engel:

Wat is arbeid? Wat is de waarde van arbeid? Wat is Geld?

In het einde van het negentiende eeuw schreef Marx een analyse en kritiek op het kapitalisme en de maatschappij die het systeem van de vrije markt voortbrengt. Zijn werk is een poging om de dynamiek en de motieven van het kapitalistische systeem te verklaren. In zijn boek Das Kapital formuleert hij zijn theorieën over de regels en bronnen van accumulatie van kapitaal, de toename van loonarbeid en de wetten van het bank- en kredietsysteem.

Het is nu meer dan honderd jaar geleden dat Marx zijn Kritik der politischen Ökonomie schreef. In 2009 is het kapitalisme zogenaamd in crisis, maar we weten ook dat het communisme gefaald heeft. Het is een spannende tijd om opnieuw grondig vanuit een filosofisch standpunt sociaal-economische concepten te overdenken. Het werk van Marx moet gelezen worden als een reactie op de toenmalige politieke en economische situatie. Marx had strak omlijnde ideeën en concepten over hoe een economisch systeem ingericht moet zijn. We kunnen onze eigen ideeën en wensen voor de ‘ideale staat’ bediscussiëren en daar tegenover plaatsen.

Kortom we zullen alles in twijfel trekken: geld, arbeid, de banken, het productieproces, krediet en consumptie en de invloeden ervan op ons en de maatschappij waarin we leven. Hiervoor vormen enkele hoofdstukken uit Das Kapital en andere teksten over sociale filosofie het uitgangspunt.

Ursula Engel is Zwitserse, opgeleid tot grafisch ontwerper aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Zij is documentairemaakster en medeoprichter van het filmproductiebedrijf Smoke Signal Projects, waarmee ze verschillende documentaires geproduceerd heeft waaronder Beijing, Beijing (2004), In Between There Were Cities (2005) en I Want to Grow Old in China (uitgezonden door Omroep Max, augustus 2008).