6 – 21 okt 2001

Alien Love Call

Ronald Cornelissen, Arnold Mosselman

Halverwege de tentoonstellingsperiode van Bar Amotz en na de presentatie van Sean Dower wordt de voorzaal voorzien van een nieuwe integratie van het gelegenheidsduo Ronald Cornelissen en Arnold Mosselman.

Het werk wordt niet getoond maar opgevoerd als in een theater zonder bühne. Het decor neemt de ruimte in beslag, de teksten hangen aan de muur. Een Mount Everest van karton glijdt door het raam de zaal binnen. Als een echo in de lucht hangt een gedeeltelijk naar beneden gestort systeemplafond boven de kartonnen aardverschuiving.

Dit cartoonlandschap staat centraal en schuift de rest van het decor, dat een interieur suggereert, tegen de wand. Als een Alien is dit landschap neergestreken. De verschillende verhaallijnen van de beelden, teksten en foto's in de installatie komen op het eerste gezicht niet gemakkelijk tot elkaar.

Het roept heel wat vragen op. Wat doet een transsexueel in een boekenkamer? Is de titel van de verhalenbundel van de recent overleden fingerpicking gitarist John Fahey "How Bluegrass Music Destroyed my Life" op deze multi-sexueel van toepassing? Wat is de overeenkomst tussen diepzee- gedierte en ufo’s, én een kast vol stenen van papier-maché? En staan de bergfoto's waarmee een bed beplakt is voor een geestesgesteldheid? "Praxis" lijkt te slaan op de kreet "No More Art!".

Terwijl "Theorie für Alle" de ideeën over het ideale kunstwerk uit de doeken doet. Deze laatste titels zijn grote gecopieerde teksten van Henry Flynt, de filosoof die bij Fluxus betrokken was en van wie pas geleden de cd "graduation and other new country and blues music" is uitgebracht, waarin bluegrass fiddle en drone music samenkomen. Het materiaal is low -tech en de verhalende sculpturen zijn UnCOOL. Alien Love Call als de Roep van de Natuur.