4 nov – 17 dec 2006

Tento #3

Elena Davidovich, Jantien Jongsma, Wouter Klein Velderman, Dick Tuinder

Elena Davidovich (Minsk, Wit Rusland, 1970) schildert woorden. Zinnen uit de Bijbel en uit het verslag van iemand die ooggetuige is van een opwekking uit de dood. De overtuiging dat het woord, het goede woord op het juiste moment door de juiste persoon uitgesproken, tot daden in staat moet worden geacht is het centrum van haar werk.

De aandacht en de kracht waarmee ze haar woorden tekent, kleurt en in kleurvlakken inbed is vergelijkbaar met mediteren of bidden: een woord of korte tekst wordt steeds opnieuw omgeven met concentratie, niet om de betekenis ervan te achterhalen (dat is slechts voorbereiding) maar om de kracht en de omvattendheid ervan te laten groeien. In 2001 was in het Stedelijk Museum het werk van de Nieuw Zeelandse schilder Colin McCahon te zien, ook in die schilderijen waren woorden tot grote doorwerkte oppervlaktes uitgebreid, ook daar de wil om woorden tot handelingen of gebeurtenissen te maken. We neigen ertoe om teksten te interpreteren en om achter het beeld te zoeken naar “diepere lagen” maar er bestaat niets wezenlijkers dan de verschijning; zowel voor als achter het oppervlak van kunstwerken bevinden zich slechts onze eigen hersenspinsels. Voor W139 maakt Elena Davidovich een installatie met als titel Raised from the dead & The story of the wife,  waarin zowel een muurschildering, een groot schilderij als  schetsboektekeningen te zien zijn.  

In het stripverhaal “Jack & Dave facing reality” van Dick Tuinder (Hawaï, 1963) gaan twee blokhoofden op zoek naar waarheid en werkelijkheid. Als ze de werkelijkheid - in de gestalte van een klein stinkend mannetje - echter tegenkomen zijn ze niet in staat die te erkennen. Tengevolge daarvan worden ze allebei door hun eigen tekstballon opgegeten. De strip is te zien als een parodie op veel hedendaagse kunstenaars die voortdurend het engagement met de grote wereld zoeken maar  uiteindelijk onafwendbaar in het kleine kunstwereldje terechtkomen. Dick Tuinder filmt en boetseert, hij schrijft artikelen over kunst in de Groene Amsterdammer maar onder pseudoniem ook fonetische poëzie, hij illustreert in datzelfde tijdschrift de rubriek dichters en denkers maar schilderde deze zomer ook een grote vedute van de stad San Nicolas op Aruba. Met onstuimigheid laveert hij in zijn werk tussen de klippen van geklieder en illustratie, psychologisering, meligheid en religieus verlangen. Voor zijn presentatie in W139 worden de dertien pagina’s van Jack & Dave op groot formaat uitgeprint en door Tuinder live van een aantal extensies voorzien.  

Jantien Jongsma (Harlingen, 1965) schilderde voor W139 de twaalf maanden van het jaar op vijftien meter papier. Een zandweg met fluitenkruid, een paardenkar met lantarens, een herfstboom, een huis met een smeedijzeren hek. De wereld leeft in verschillende tijden en ritmes, veel ontwikkelingen gaan zo snel dat zelfs onze  gedachten ze niet bij kunnen houden, van andere dingen is de verandering binnen een mensenleven niet waarneembaar. Het vermogen om traploos te kunnen schakelen tussen de verschillende snelheden en traagheden in de wereld is onmisbaar voor ons gevoel van werkelijkheid. Voor een kunstenaar kan het verschil tussen eerstehands en tweedehands ervaringen minder groot zijn dan voor anderen. Een sterk ontwikkeld voorstellingsvermogen is in staat de verblindende kracht van de directe waarneming te dempen en herinneringen, gedachten, beelden of verhalen tot actueel leven te wekken. In Man en Paard worden naast deze tijdlagen ook verschillende ruimtelijke schalen naast en op elkaar geplaatst: grote kleurbanen en plassen verf naast en onder minutieuze grafische patronen en bloemdecoraties. Niet om de fragmentering van de wereld te becommentariëren of aan te klagen maar om te benadrukken en te bevestigen dat er alleen maar één grote langdurige wereld bestaat.  

Wouter Klein Velderman (Deventer, 1979) presenteerde voor zijn eindexamen aan de Rietveldacademie in 2005 een kleine camping op het plein voor de school. Acht echte tenten met echte kampeerders op kunstgras. Voor de kunstvlaai 2006 naaide hij honderden tenten aan elkaar tot een kleurig vloerkleed van veertig bij zestig meter. Op dit moment werkt hij aan een truckcabine op ware grootte van bisonyl (vrachtwagendoek). Voor W139 maakt hij voor de tentoonstellingsruimte, waarin de huidige installatie van Peter Vink en de tekeningen van Jacobien de Rooij aanwezig blijven, een ruimtevullende sculptuur van tentstof geïnspireerd op het werk van Hieronymus Bosch. De relatie tussen invloed en uitkomst in het artistieke proces is vaak raadselachtig. Het werk van Klein Velderman lijkt op Claes Oldenburg maar hij kijkt dus naar Jeroen Bosch. Rene Daniels refereert expliciet aan Magritte maar zijn schilderijen lijken op die van Dufy. Wat ziet David Lynch in Hitchcocks Rear Window? Wat zag Philip Guston in Piero della Francesca, wat ziet Iris Kensmil in de mozaïeken van Ravenna? Van Frans Oosterhof leerde hij als Rietveld-student dat er een groot verschil is tussen “de smaak van kijken” en “de smaak van maken” en dat dat goed is.