6 sep – 5 okt 2008

Inertie

Viktor Alimpiev, Sergej Bugaev Afrika, Bastiaan Geleijnse, Maarten Heijkamp, Irene Janze, Iris Kensmil, George Korsmit, Vladimir Kustov, Sands Murray-Wassink, Anatoli Osmolovsky, Pavel Pepperstein, I van Razumov, John Reid, Roos Theuws, Jean Marc van Tol, Gluklya Tsaplya, Albert van Westing

Zo onmogelijk als het is om nieuwe werelden te ontdekken of te bevechten zonder te bewegen, zo onmogelijk is het om historische veranderingen waar te nemen of je plaats in een geschiedenis in te schatten zonder stil te staan. Voor het beschouwen en beoordelen van ontwikkelingen en processen is een min of meer inerte toestand noodzakelijk. Het actieve en het contemplatieve leven wisselen elkaar af. Niet alleen in het individuele leven, maar ook in het sociale. En voor tijdperken geldt hetzelfde. 

Ook in het lichaam is de polariteit van beweging en inertie aanwezig. De  dynamiek van de ledematen en de stofwisseling staan tegenover het rustig rondgedragen hoofd waarin de hersenen gewichtloos in het hersenvocht drijven, donker onder het stevige schedeldak en slechts via dunne lijntjes met de zintuigen verbonden.

Inertie is de titel van de nieuwe W139 tentoonstelling die door Erik Hagoort is samengesteld. Werk van 8 Russische en 8 Nederlandse kunstenaars wordt samengebracht in een hexagonale architectuur. Deze is speciaal voor de tentoonstelling ontworpen om interactie tussen de verschillende kunstwerken te verhinderen. Ten opzichte van de stormachtige maatschappelijke en economische ontwikkelingen in Rusland en de heilloze obsessie met groei en innovatie in Nederland gebruiken wij inertie als een nieuwe geuzennaam.

Gijs Frieling, directeur W139

Inertie

Kunst kan taai, zelfs onwrikbaar zijn. En kunstenaars hebben de mogelijkheid een eigen positie in te nemen, een eigen koers te varen. Sommige kunstenaars doen dat ook. Hoe zijn zij daartoe in staat, nu men er vooral op gebrand is veranderlijk te zijn? Die vraag staat centraal bij ‘Inertie’, het Russisch-Nederlandse tweeluik met tentoonstellingen en symposia, in Sint-Petersburg (2006) en in Amsterdam (2008).

Loskomen van het vooruitgangsdenken en op een alternatieve, nog onvermoede wijze in het leven staan is een bekend Russisch thema. Door 'bewust met de armen over elkaar te zitten' wil de ex-ambtenaar in Dostojevski’s Aantekeningen uit het ondergrondse (1864) de basis leggen voor dat loskomen, en hij noemt dat inertie.  

Op een vergelijkbare manier zocht een aantal Russische kunstenaars in de jaren negentig van de vorige eeuw naar alternatieven voor het hyperactieve avant-gardisme dat de kunst in zijn greep had gekregen na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Het avant-gardisme is tot bedaren gekomen en ook in Rusland is kunst inmiddels 'booming business'. Maar deze kunstenaars zijn op hun hoede gebleven.

Wat in Rusland duidelijk naar voren komt, is op verschillende manieren ook bij een aantal kunstenaars in Nederland te zien. Ook zij willen hun bestaan en hun kunst vorm geven zonder met hun werk in te spelen op veranderingen of de actualiteit, noch door die te relativeren: een vruchtbare inertie. Dit project beoogt die te verkennen en er een bijdrage aan te leveren.

Erik Hagoort

Publicaties

Kunstenaarskrant HTV de IJsberg begeleidt met een speciale editie over inertie het Amsterdamse deel van het project.

Het boek Inertie geeft met essays en kunstenaarsbijdragen zicht op het eerste deel van dit project in Sint-Petersburg, 2006.

Activiteiten

Het publiek wordt uitgenodigd om tijdens het openingsweekend in W139, op 6 en 7 september, deel te nemen aan het programma van lezingen, dialogen, optredens en interviews, waar Nederlandse en Russische kunstenaars, critici, filosofen en slavisten aan meewerken.

 

Deelnemers aan de tentoonstelling

Anatoli Osmolovski werd in de jaren negentig bekend met activistische performances. Sinds 2002 maakt hij series 'inerte' objecten. De voorwerpen doen denken aan noten, vruchten, broden, speelgoed. Emblemen van cultussen: kapitalisme, de media, politiek, religie. Zijn koperen 'tanks' en de serie houten 'broden' waarin vaag de contouren van heiligen en aliens te herkennen zijn, trokken op de afgelopen Documenta 12 in Kassel veel aandacht. In Amsterdam toont Osmolovski niet eerder getoond werk: vier houten, beschilderde 'termietenheuvels'.

Pavel Pepperstein schetst visionaire beeldverhalen. Ooit, zo hoopt hij, zullen mensen gewoon vertegenwoordigers van het leven zijn, in plaats van mensen die ernaar streven van alles en nog wat te worden. In een open protestbrief aan Poetin roept hij op tot het bouwen van een nieuwe stad, Rusland genaamd, precies tussen Sint-Petersburg en Moskou in. Laat daar het nieuwe bouwen plaatsgrijpen dat nu het historische Moskou verwoest, stelt hij. Maar dan wel op visionaire wijze: in de komende millennia zullen de gebouwen er kunnen dansen en met de doden communiceren. In W139 schildert Pepperstein enkele van deze gebouwen metershoog op de muren.

Sergei Bugaev Afrika creëert metaforen voor de 'psychische toestand van de kunst'. Kunst moet nu tegen zichzelf in bescherming worden genomen, stelt hij. Onder kunstenaars is de drang om mee te tellen totaal. Met die 'razernij' brengen zij zichzelf en de kunst schade toe. Ingrijpen is noodzakelijk. Bugaev neemt het voortouw met een plaatsvervangende, 'gedwongen' opname. Hij verblijft 24 uur in een separeercel van de psychiatrische kliniek van het AMC. Met het observatiemateriaal van de opname maakt Bugaevs in W139 een installatie.

Ivan Razumov werkt als tekenaar in de traditie van Russische illustratiekunst. Onlangs verzorgde hij de 240 illustraties bij het Russische handboek over 240 films, samengesteld door de Russische filmkenner Joeri Gladilshikov. Voor W139 maakt hij een grote muurtekening op basis van tekeningen van zijn grootvader, Fjodor Konstantinov, beroemd illustrator van Sovjet-schoolboeken. Een nabeeld van wat miljoenen burgers van de Sovjet-Unie jarenlang voor zich op de schoolbanken hadden liggen. 

Het duo Gluklya & Tsaplya (Natalia Pershina en Olga Egorova) is bekend geworden met performances over beroemde vrouwelijke personages uit de Russische literatuur. Beiden zijn actieve leden van Sjto Delat? (Wat te doen?), een werkgroep van kunstenaars, filosofen en schrijvers die streven naar alternatieve vormen van cultuurkritiek. Gluklya & Tsaplya tonen in W139 de video 'Becoming Mothers' (2007), een wrange en humoristische Griekse tragedie waarin een familiekoor commentaar geeft op de vreugdes en frustraties van jonge moeders.

Viktor Alimpiev maakt films over basale, menselijke expressies. Zijn personages staan dicht op elkaar en zingen, schreeuwen, tikken, zoemen, beven of happen naar adem. Hoe dichter ze elkaar naderen, hoe groter de spanning wordt tussen individualiteit en opgaan in de ander. Alimpiev is in de Lage Landen geen onbekende, met vertoningen in het SMAK in Gent (2007) en onlangs bij het Impakt Festival. In Amsterdam laat hij nieuw werk zien, waarvoor hij de basis legde tijdens zijn artist-in-residence verblijf bij het Impakt Festival: My Absolution (2008).

Vladimir Kustov toont een nieuwe installatie: Kristallisatie. Uitgangspunt van al zijn werk is de verbeelding van wat we niet kunnen verbeelden: de dood. De recente techniek waarbij de as van de overledenen kan worden samengeperst tot diamanten is uitgangspunt voor Kustovs installatie, die bestaat uit nieuwe schilderijen en foto's, en documentair videowerk over cremeren.

Iris Kensmil stelt de traditie van zwarte emancipatie voor ogen. Zij benadrukt dat emancipatie niet zonder geschiedenis kan, niet zonder de kracht, en soms de loden last, van vroegere generaties. Veel van haar schilderijen hebben de gelaagdheid van een palimpsest, waarin leuzen, vrijheidskreten en manifesten opdoemen in de dikke verf. In W139 projecteert zij teksten over muurschilderingen heen.

Maarten Heijkamp maakt grote fotopositieven, belicht in zijn reusachtige, containergrote camera. Op de grond, voor de lens, arrangeert hij handwerktuigen, machines en mensen. Hij bestrooit ze met witte poeder, waarna hij de enscenering van de achtergelaten contouren op de grond fotografeert, met de omkering van licht en donker als gevolg. Met deze omzetting creëert Heijkamp zijn monumentale 'Poedermannen'.

De makers van Fokke & Sukke - John Reid, Bastiaan Geleijnse en Jean-Marc van Tol - tonen een selectie van hun meest inerte cartoons. Onderuit hangend op de bank onttrekken Fokke & Sukke zich aan actie. Interveniëren is aan hen niet besteed. Zij geven commentaar op een wereld die is doorgedraaid. Net als de ex-ambtenaar in Dostojevski's Aantekeningen uit het ondergrondse. Ook tonen de makers hun laatste schilderijen in de Fokke & Sukke salon.

Albert van Westing toont met zijn foto- en videowerken hoezeer alledaagse handelingen als schrijven, zitten en lezen ons in een staat van concentratie en intieme afzondering brengen. Van Westing richt zich op de aandacht waarmee mensen die handelingen verrichten. Voor deze tentoonstelling maakte Van Westing het werk 'Vincent': we zien een schilder die vol aandacht de graffiti op een elektriciteitshuisje met witte verf overschildert.

Sands Murray-Wassink zoekt met zijn werk naar een alternatieve verbeelding van homoseksualiteit, mannelijkheid en intimiteit. Daarbij legt hij bewust en systematisch verbanden met de geschiedenis van feministische kunst en nodigt hij vrouwelijke kunstenaars uit om persoonlijke allianties met hem aan te gaan. Voor dit project heeft hij Lisa Erb, kunstenares uit München, uitgenodigd om samen een dialoog vorm te geven.

Irene Janze is kunstenaar én geologe. Op kalkpapier tekent zij Cityscape's waarop wordt ingezoomd, van macro- naar nanoniveau, en weer terug. Zo laat zij ons ook naar de wereld van de kunst kijken. In W139 presenteert Janze de installatie Nanonomade Met gevoel voor humor reduceert zij de wereldwijde kunstverzameling tot een tent, vervaardigd uit plastic tassen van musea van over de hele wereld. Voor de tent ligt een verzameling uiterst kleine tekeningen op de grond, waarop de bezoeker kan inzoomen. En hoe dichter je het kleinste nadert, hoe groter de tent van de kunst lijkt. 

Roos Theuws stelt zich de opgave te zoeken naar de kern van kunst. Vanuit de eigenschappen van het licht, het materiaal en technieken laat zij werken ontstaan. Convolution Kernel'(2008) toont een regendruppel die in het water valt. Theuws laat tussen elk beeldje van de filmopname een computer zelf de tussenposes invullen, 'raden'. Dit 'giswerk' van de computer leidt weliswaar tot realistische beelden, maar het zijn creaties, geen registraties.

George Korsmit Een van de grote ambities van de schilderkunst is om een veld van oneindige waarneming te realiseren. Een gebied waarin de blik van de toeschouwer vrij is en toch voortgedreven wordt. De grote (enorme) muurschildering die George Korsmit deze zomer in de achterzaal van W139 gemaakt heeft is een meeslepende episode in dit project. De hoeken van een grid en de kleuren waarmee dit grid is ingevuld worden binnen bepaalde parameters door het werpen met dobbelstenen en het blind trekken van kleurstalen bepaald. Het resultaat werkt als het kijken in een haardvuur: zoekend (zoals het oog altijd doet) naar vormen en patronen.