17 mei – 22 jun 2008

Unlikely

Elizabeth Cooper, Leo de Goede, Terry Haggerty, Jasmine Justice, Iris Kensmil, Bertold Mathes, Klaus Merkel, Sonia Rijnhout, Gary Stephan

De roman Dr. Faustus van Thomas Mann (die eigenlijk iedereen die in kunst geïnteresseerd is zou moeten lezen) is onder andere een exposé over het wezen van de muziek. De monologen van de hoofdpersoon, componist Adrian Leverkuhn, beslaan geregeld meerdere pagina’s.

In een van deze passages spreekt hij over het belang van het naïeve, het eenvoudige en hij betoogt dat de componist en de musicus telkens in staat moeten zijn om terug te keren naar de allereenvoudigste beginselen van het muzikale. Dat zij steeds opnieuw de toonladder, de drieklank en het interval voor zichzelf moeten kunnen laten spreken en daar genoeg aan moeten kunnen hebben. Hij stelt dat deze eenvoudige grondbeginselen ook in de meest gecompliceerde muziek “onveranderd aanwezig” moeten zijn. De kracht van muziek bestaat uit het vieren van haar middelen.

Dat muziek de meest abstracte kunst is, werd reeds door veel mensen opgemerkt. Instrumentale muziek is, ook in de meest complexe vormen, nooit iets anders dan hoorbare grammatica: wetmatigheden en het spel daarmee. Het onderscheid tussen inhoud en vorm is bij muziek dan ook onproblematisch: de eventuele tekst, het verhaal, is de inhoud. De muziek is formeel: zij bestaat uit abstracte relaties die direct inwerken op het gevoelsleven.

Dat is in de beeldende kunst in de 20ste eeuw een stuk ingewikkelder gemaakt. De wetmatigheden en daarmee de zelfstandige waarde van kleur en vorm ten opzichte van een eventuele verhalende inhoud, zijn een gebied waarin, op enkele koene pogingen na (Goethe, Klee, Albers, Judd) nauwelijks theorie en onderwijs bestaat. De grammatica van de beeldende kunst is impliciet en persoonlijk. Het ontstaan van de abstracte kunst heeft geleid tot een even moedige als hopeloze intellectuele exercitie waarin getracht is haar van inhoud te voorzien.

Op een of andere manier was het voor zowel kunstenaars als kunsthistorici ondenkbaar of onacceptabel dat abstracte kunst geen betekenis heeft. Ook na ruim 100 jaar expliciet abstracte kunst wordt er steeds weer gezocht naar betekenis en inhoud in en achter de verschijnselen. Dit leidt tot onleesbare kunsttheorie en stamelende kunstenaars. Laten we daarmee ophouden. Abstracte schilderkunst is een spel en in het spel is de mens het meest zichzelf. Uiteraard is daarmee niet gezegd dat er in abstracte schilderkunst geen aanleidingen en verwijzingen zitten. Het omgekeerde is waar, alles komt altijd ergens vandaan.

Over deze aanleidingen kan de kunstenaar vrijuit spreken zonder te hoeven denken dat ze de inhoud van het werk uitmaken. Ook de toeschouwer heeft associaties die het schilderij verbinden met andere persoonlijke waarnemingen en ervaringen. Als het schilderij eenmaal klaar is zijn de aanleidingen en associaties van de kunstenaar en die van de toeschouwer volkomen gelijkwaardig.  

De muurschilderingen en schilderijen in ‘Unlikely’ zijn op een dusdanige manier ten opzichte van elkaar geplaatst dat de verbanden en overeenkomsten benadrukt worden. Het gaat niet in de eerste plaats om de individuele posities van de kunstenaars maar om een overkoepelende zintuiglijke ervaring. Kleuren werken op elkaar in, er bestaan harmonische en disharmonische relaties. Er bestaat ritme, maatverhouding, tonaliteit en materialiteit, er zijn streken, grenzen en overgangen. Het spel is een vorm van animisme. Het is een domein waarbinnen verschillende factoren ten opzichte van elkaar tot leven worden gewekt. Iedereen weet dat het spel alleen bestaat voor wie meespeelt. Er zijn geen dwingende redenen om te schilderen of naar schilderijen te kijken. Kunstenaars en kunstliefhebbers zijn mensen die dingen serieus nemen waar anderen aan voorbijgaan. Dat is vrijheid.