17 okt – 6 dec 1998

Van Eerden / Ress & Kluiters / Outjers

Anneke van der Eerden, Michiel Kluiters, Mark Outjers, Devon Ress

Devon Ress maakt collages van tijdschriftknipsels die hij met tipp-ex, pen en computer bewerkt. Vaak worden ze op thema's geselecteerd die verschillende aspecten van het lichaam vertegenwoordigen.

Series waarin tegenstellingen als masculien/ feminien, sexualiteit en onschuld of lichamelijke conditie worden uitgebeeld, vormen een verhaal dat ingelijst of in boekvorm verschijnt. Dat verhaal ontstaat niet direct uit een chronologie in de afbeeldingen, Ress zoekt veel meer naar een intern verhaal dat het beeld zelf verteld.

Het principe van de collage gebruikt Ress ook voor de series poppen die hij sinds kort produceert. Bestaande poppen worden gedemonteerd en losse componenten worden tot ongebruikelijke knuffels aan elkaar geplakt. In de verte doen zijn schepsels denken aan de `fetish-poppen' van Mike Kelley maar in plaats van een archetypisch uiterlijk bloot te leggen, creëert Ress juist een afwijkend type: de mutant.

Michiel Kluiters maakt ook gebruik van knipsels, hoewel het woord collage op zijn werk wat minder van toepassing is. Hij werkt vooral met schaalverhoudingen. De veelal pornografische afbeeldingen worden uit hun context geknipt of met andere beelden samengevoegd. Meer dan levensgroot worden ze vervolgens gekopiëerd waarna ze op de muren tot een compositie worden samengesteld. Vanuit alle hoeken en plafond van de ruimte staren de beelden je tenslotte aan en vangen zelf de -al dan niet- gretige blikken van de bezoekers op. Het principe van het kijken en bekeken worden, wordt centraal gesteld en beïnvloed, lust of gêne van de beschouwer wordt op de proef gesteld. De kopieën worden op de muren geplakt waarna ze, als ze eenmaal hun dienst hebben bewezen, er weer kunnen worden afgetrokken.

Kluiters' uitvergrote knipsels vormen de omlijsting van de intieme `plaatjes' van Ress. De driedimensionaliteit van de ruimte wordt ten opzichte van het platte beeld gebruikt om de blik van de kijker te sturen. Terwijl Ress zijn werk op twee vrijstaande muren in het midden van de ruimte rangschikt, toont Kluiters de hele ruimte als klankbord van gedachten en fansasieen die in dit geval letterlijk tegen de wanden blijven kleven.

Mark Outjers maakt schilderijen en foto's die vaak het oog of het kijken tot onderwerp hebben. Toch is niet de zichtbare werkelijkheid zijn voornaamste uitgangspunt maar juist het onzichtbare dat zich achter de werkelijkheid schuilhoudt. In onopgeloste of onoplosbare mysterieën, en beelden die zich in zijn dromen laten zien, zoals een brandend vogeltje dat in de lucht vliegt, zoekt Outjers zijn inspiratie. Daarnaast is hij gefascineerd door de onkenbaarheid van schilderijen uit lang vervlogen tijden- met name de middeleeuwen. Religieuze voorstellingen hebben een magisch aanzien, zonder dat of juist omdat we niet weten waar ze nu precies over gaan. Ze noodzaken vaak geen begrip maar doen beroep op een andersoortige, niet rationele bron van kennis.

Dit principe gebruikt Outjers ook in zijn eigen werk. Een landschap waarin het hoofd van een figuur onder een donkere wolk verschijnt of een zelfportret dat bestaat uit reflecties op het behang, behoren tot verschijnselen waarin het mysterie zich openbaart. Niets is in die zin toevallig: een kort amateur- pornofilmpje dat Outjers ontdekte tussen bakken vol afgedankt filmmateriaal, past dan ineens verrassend goed tussen zijn eigen schilderijen en foto's.

Tegelijkertijd met de presentatie van Outjers in de voorzaal laat Anneke van der Eerden in de kleine barruimte van W139, tussen voor- en achterzaal, een serie tekeningen zien die ze sinds kort, aanvankelijk als voorbereiding op haar schilderijen, maakt. Ze zijn uitgegroeid tot zelfstandige werken met eenzelfde thematiek als haar schilderijen. Gevoelens en gedachten worden door van der Eerden getransformeerd tot amorfe, ornamentale patronen. Ze ontstaan vanuit de herhaling of variatie van autonome handelingen. Vanuit een werkproces dat moet `vloeien als olie'.