14 maa – 12 apr 2009

New Curiosity

Geer van der Klugt

In de voorzaal van W139 laat Geer van der Klugt vier grote nieuwe tekeningen zien. Brede lege landschappen zijn het: lucht, bomen, gras en grond.

Mistroostig maar ook met grote plassen licht. Zo herinner ik me sommige plekken waar ik als kind van tien speelde, een leeg landje om te rotzooien met de geur van reuzenbovisten. Het wordt eigenlijk al donker, de kleuren trekken langzaam weg en je hebt natte schoenen. Je zou hier best in een hut kunnen gaan wonen. Om mijn omgeving, nu ik volwassen ben geworden, met dezelfde gevoelsdiepte te beleven moet ik een behoorlijke tijd alleen gaan wandelen. Het duurt zeker een uur voordat ik weer iets van de eenzaamheid van het kind en zijn gevoel voor de werkelijke maat van de wereld bereik. In de tekeningen van Van de Klugt ontmoet ik het ook.

Dit is Slow Looking; hoewel alle onderdelen bekend zijn en hun samenhang de natuurwetten volgt, voel je bij het zien van deze tekeningen dat ze ontstaan zijn in een wekenlang proces van opdoeming. Alle partijen en elementen zijn ten opzichte van elkaar gewogen; een onvoltooid gebleven boom staat tegenover een lucht die maar voor de helft bedekt is met een gele waas, er zijn zones waar vale lichte kleuren zijn weggepoetst en schaduwen waar dikke lagen donkerbruin, zwart en blauw pastel hard over elkaar heen gekrast zijn. Dit spel van complexe evenwichten is waar je als kijker geëngageerd mee raakt.

Het maken van een tekening is een raadselachtig proces. Je wilt iets maken wat je voorzweeft en tegelijkertijd wil je ook iets nieuws ontdekken. Er is een voortdurende dialoog van vergelijking tussen enerzijds dat wat je al op het papier hebt gezet maar nog niet helemaal is wat het moet zijn en anderzijds dat wat je niet verwacht had in je eigen tekening te zullen aantreffen maar wat toch onmiskenbaar aan het ontstaan is. Philip Guston zei daar ooit over: "Het publiek realiseert zich niet altijd dat het voor de kunstenaar zelf helemaal niet eenvoudig is om te accepteren wat hij heeft gemaakt". En hij vervolgt: "Het enige wat ik over een goed schilderij kan zeggen is dat ik op een bepaald moment een bepaald gevoel vertrouwd heb". Dat klinkt behoorlijk karig, maar toch heb je als kunstenaar meestal niet veel meer houvast dan dat. Soms is het zelfs alleen een bepaald traject van kijken door je tekening heen die een bepaald gevoel oproept waar je ja tegen zegt. Het grote geluk van de kunstenaar is de verwachting: uit mijzelf komt iets zelfstandigs te voorschijn.

Gijs Frieling